WHO gedragscode
Door de WHO en Unicef zijn tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding opgesteld, waarvoor instellingen voor zuigelingenzorg dienen zorg te dragen. Deze instellingen dienen te zorgen dat:
- dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers
- dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid
- dat alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven
- dat moeders binnen één uur na de geboorte van hun kind worden geholpen met borstvoeding geven
- dat aan vrouwen wordt uitgelegd hoe ze hun baby moeten aanleggen en hoe ze de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder moet worden gescheiden
- dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie
- dat moeder en kind dag en nacht op één kamer mogen blijven
- dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd
- dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen wordt gegeven
- dat zij contacten onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en dat zij ouders verwijzen naar borstvoedingsorganisaties
(bron https://mijnkinderarts.nl/voeding/zuigelingenvoeding/who-gedragscode/)
———————————————————————————————————————————————————————————————————————
- WHO gedragscode betekent dat ouders zelf een keuze moeten kunnen maken voor de voeding van hun kind, zonder beïnvloeding van commerciële partijen. Dankzij de WHO-code is in Nederland de reclame voor babyvoeding onder zes maanden aan banden gelegd. De WHO-code is uitgebreider dan de Nederlandse Warenwet of de Europese wet- en regelgeving.
- De WHO-code wil:
- Ik werk echter niet alleen met merken en producten van bedrijven die zich aan de WHO-code houden. Dit is de reden dat ik voor sommigen merken geen reclame zal maken.
- De WHO-code heet voluit de ‘Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk
- Klachten
- Bij een data-lek gaat het om toegang tot of vernietiging, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens bij een organisatie zonder dat dit de bedoeling is van deze organisatie. Onder een data-lek valt niet alleen het vrijkomen (lekken) van gegevens, maar ook onrechtmatige verwerking van gegevens. Ook een lactatiekundige heeft de plicht dit te melden bij de autoriteit persoonsgegevens.
- Bewaartermijn
- Een SSL-certificaat beveiligt de verbinding tussen de bezoeker en de website. De data die via deze verbinding loopt, wordt versleuteld en is niet leesbaar voor anderen. Het groene hangslot of de groene adresbalk maken bezoekers en klanten duidelijk dat de website is beveiligd. Zodra op de website contactgegevens ingevuld kunnen worden, is een SSL-certificaat verplicht. Deze website heeft dit.
- Gegevens worden niet zonder toestemming aan derden verstrekt, ook niet aan naaste familie. Als cliënt dien je hiervoor toestemming te geven. De lactatiekundige IBCLC heeft zich, gezien de aard van haar/zijn werkzaamheden, te houden aan de wet op het Medisch Beroepsgeheim. In de Code of Personal Conduct van de IBLCE wordt het beroepsgeheim met name genoemd en lactatiekundigen IBCLC zijn verplicht zich daaraan te houden.
- Wanneer de lactatiekundige het verslag of een overdracht naar andere zorgverleners wil sturen moet daarvoor om toestemming worden gevraagd. Mondelinge toestemming is voldoende, dit wordt in de schriftelijke verslaglegging vastgelegd.
- Inzagerecht
- borstvoeding beschermen en bevorderen
- dat ouders de juiste en voldoende voorlichting krijgen
- dat vervangingsmiddelen voor moedermelk – wanneer nodig – juist worden gebruikt
- dat richtlijnen voor de verkoop van en reclame voor babyvoeding worden nageleefd
Printbare versie WHO gedragscode !!!
(Lees meer over de gedragscode)